In de pers (6)
In de pers (6)
Theaterkrant, Simon van den Berg (22/3/2013)
Antwerpse Kleppers, Dennis Janssens en Charlotte Larose (2013)
rekto:verso, Wouter Hillaert (2012)
de Morgen, Griet Op de Beeck (2012)
WitRoodZwart: De Wederopbouw van het Westen
Antwerpse Kleppers, Dennis Janssens en Charlotte Larose (2013)

Met Zwart brengt Compagnie De Koe na drie jaar een einde aan hun trilogie De wederopbouw van het Westen. Wit staat voor de onbezonnenheid, Rood voor het volle leven en Zwart verwijst naar de prijs die betaald moet worden. Tijdens de Antwerpse Kleppers speelt De Koe de trilogie voor het eerst in zijn geheel. Wij schoven aan tafel met Natali Broods en Peter Van den Eede om te praten over de drie voorstellingen.

Peter Van den Eede: “Eigenlijk hadden we geen idee hoe die trilogie juist zou evolueren. Het begon met de titel De wederopbouw van het Westen die ontzettend tot onze verbeelding sprak. Maar de inhoud die we voor ogen hadden bleek te complex voor één voorstelling. Daarom besloten we om er een trilogie van te maken. Tegelijkertijd onstond het idee om het stuk op te bouwen rond de kleuren wit, rood en zwart.”

Waarom de verwijzing naar kleuren?
Peter Van den Eede: “Omdat we het publiek graag op een plastische manier naar een voorstelling laten kijken. Hiermee trachten we aan te tonen dat taal veel verder gaat dan het puur linguïstische. In tegenstelling tot de plastische kunst raken mensen al snel in de war als je op één of andere manier met taal gaat experimenten. We hebben het verhaal op zo’n manier gedeconstrueerd dat, wanneer je de afzonderlijke elementen bekijkt, je toch een synthese kan opmaken zonder dat die expliciet is uitgeschreven.”

WIT
De eerste kleur die aan bod kwam was Wit.
Peter Van den Eede: “Wit staat voor de maagdelijkheid, het reine. De tijd en ruimte voor het begin, hoe abstract dat ook mag klinken. De fase waarin je enkel droomt over het rode leven. Het leven waarin je je handen vuilmaakt, maar dat nog niet meteen beseft.”
Natali Broods: “De monologen in Wit zijn opgebouwd rond onze eigen kindertijd. Maar we zetten die verhalen wel naar onze hand, zodat het feitelijke en het fictieve niet van elkaar te onderscheiden zijn.
Peter Van den Eede: “Die monologen vormen een metafysische dialoog tussen drie mensen die op zoek gaan naar het prilste begin, het moment waarop ze kunnen zeggen dat de mens, zoals we hem kennen, zich voor het eerst openbaart.”

ROOD
En zich voltrekt in het Rood. Waarom juist actrice Elisabeth Taylor als rode draad gebruiken?
Broods: “Rood is voor ons hét toppunt van het leven, Elisabeth Taylor past daar perfect in.
Ze is acht keer in het huwelijksbootje getreden met zeven verschillende mannen, ze heeft veel gedronken, ze is veel ziek geweest... Zij en Richard Burton (één van haar mannen, nvdr) waren de eerste die uitgebreid met hun leven in de belangstelling kwamen, voor hen werd de term ‘paparazzi’ uitgevonden. Het was Fellini die het bedacht omdat nooit voordien zoveel persfotografen bij voortduring een beroemd echtpaar stalkte. De passie en het vuur van het leven dat in de voorstelling Rood zit, belichaamt zij enorm. We hebben ons helemaal laten leiden door het exuburant leven van filmsterren die zowel op de set, als op het toneel als in het echte leven voortdurend te kijk staan voor een miljoenenpubliek. De dunne grens tussen fictie en realiteit, tussen wat je toont en wie je bent, tussen spelen en niet spelen, die existentiële scheidingslijn wordt hier hollywoodiaans op de spits gedreven. Net zoals in Wit hebben we veel verhalen van Liz Taylor gemanipuleerd.”
Van den Eede: “Een soort van misbruikte biografie eigenlijk.”
Broods: “Gek genoeg is zij de dag nadat wij ons script voltooid hadden gestorven.”

Deed jullie dat iets?
Broods
: “Ik vond van wel. Ze was natuurlijk al op behoorlijke leeftijd, maar toch voelde het raar aan.”
Van den Eede: “Daarnaast is het wel leuk als de voorstelling waaraan je werkt plotseling actueel wordt. Zo zit er ook een dialoog in het stuk dat geïnspireerd is op een fragment uit het boek Freedom van Jonathan Franzen. Het gaat over een man die in conflict komt met zijn buurvrouw omdat zij haar katten vrij laat rondlopen en zo het vogelbestand in het natuurgebied ondermijnt. Nadat we dat stuk geschreven hadden, stond er effectief een artikel in de krant over de bedreiging van sommige vogelsoorten door katten. Ik denk dat echte goede stukken een tijdloosheid moeten hebben. Ze mogen niet gebonden zijn aan lokale en tijdelijke grenzen.”

Maar Rood draaide dus vooral rond het leven?
Van den Eede: “Ja, het volle leven. Het gaat over oorlog en liefde en alles daartussen.”
Broods: “Het gulzige leven: altijd meer en meer willen. Maar ook decadentie.”
Van den Eede: “Decadentie tot op het moment dat je er net geen prijs voor moet betalen.”
Broods: “Net zoals er in Wit geen flauw benul was van wat er zou komen, maken we in Rood de keerzijde van het leven net niet mee. We eindigen eigenlijk in donkerrood.”

Het zwarte kantje dat toch begint door te schemeren?
Van den Eede: “Inderdaad. Het rode leven woekert nog met zijn krachten en wil geen benul hebben van wat er op een bepaald moment afbetaald zal moeten worden.”

ZWART
Broods: “We wilden met Zwart geen verhalen over depressies brengen. We hebben het veel breder getrokken. Zwart is voor ons de motor van alle utopieën en het blijven doorgaan met vallen en opstaan. We geven een ‘lezing’ waarin we vertellen over de periode vanaf de omkering die er bij het begin van de Renaissance is gekomen. Toen we alles uit onszelf moesten laten komen en het eigenlijk slecht is beginnen gaan.”
Van den Eede: “God was tot de Renaissance altijd de maatstaf geweest. Het individualisme is in deze periode begonnen. Dat is ook het moment waarop iedereen elkaar is beginnen tegen te spreken. Het is een vrije interpretatie, maar wij zien dat als het begin van de donkere tijden, het pessimisme of het moment waarop alle zekerheden wegvielen.”

Is die twijfel positief of negatief?
Van den Eede
: “Neen, die is gewoon wat het is. We hebben altijd de behoefte om ons oneindig te blijven verhouden tot iets. We hebben die kuddegeest maar willen ons daar toch steeds van blijven differentiëren. Wanneer één iemand de kudde dan verlaat, volgt de rest opnieuw en zo gaat het altijd maar door.”
Broods: “Wat ik er wel positief aan vind, is dat het al eeuwen en eeuwen zo doorgaat. De mens blijft flexibel. Zwart staat voor mij eigenlijk voor iets mysterieus. Het mysterie van waar we als mens die flexibiliteit blijven halen, die drift tot creëren.”

Willen jullie met deze voorstelling zeggen: stop met twijfelen?
Broods
: “Neen, helemaal niet. Die twijfel levert juist veel op. Wat wij met Zwart willen doen is iets blootleggen voor het publiek.”
Van den Eede: “Dat de mensen er bij blijven stilstaan en er verder over nadenken. We hebben niet de bedoeling om te moraliseren. Kunst mag dat niet als motief hebben, vind ik. Dan is de dialoog niet meer oneindig en wordt het stuk gereduceerd tot een boodschap van algemeen nut. We hopen mensen te raken en als het even kan tot in het diepste van hun wezen.”

Wordt zwart uiteindelijk terug wit?
Broods: “Dat zou moeten kunnen. Maar dan gaat het eerder over een gevoel, een emotie voor mij. Het is niet dat de teksten zo op elkaar aansluiten.”
Van den Eede: “Zwart is tevens een enorme kracht, een onbegrensde mogelijkheid. Het staat voor duisternis, maar de as van een afgebrande akker is daarentegen weer zeer vruchtbaar en zorgt ervoor dat een nieuwe oogst kan plaatsvinden. In heel die cyclus van leven en sterven zitten zowel positieve als negatieve elementen die elkaar nodig hebben. Leven en sterven is zo verweven dat je zou kunnen zeggen dat alles na de geboorte één groot sterfproces is dat bruist van het leven. Het is een ketting van conservatieve en progressieve krachten die elkaar naar het leven staan. Maar het leven krijg je onmogelijk uitgeroeid.”